Onderweg naar de Pamir Highway M41 en Kalaikumb

18 juni 2019 - Rushon, Tadzjikistan

16 Juni. Ali, de receptionist van hostel Hello Dusjanbe mocht ons wel. Vlak voor vertrek, kregen wij nog een goed advies. Niet dat hij zelf in het Pamirgebergte is geweest maar hij kon wel vertellen dat er veel checkpoints waren, en iedere keer moeten toeristen daar kopieën van hun paspoort en permit voor het Pamir gebied afgeven. Of wij daar aan hadden gedacht? Ehh nou nee, behulpzaam als Ali was, kon hij dat wel regelen. Zo kregen we zwart-wit A4tjes mee die nauwelijks te lezen waren want de cartridge was leeg.

We hadden een lange rit voor de boeg naar Kalaikumb. We moesten 350 kilometer afleggen en daar stond acht uur rijden voor genoteerd. In Nederland hadden we bedacht dat we de Noordelijke route zouden nemen, deze was veel korter en we zouden onderweg veel autowrakken uit de Russische periode zien liggen wegrotten. Maar dat kun je leuk bedenken vanuit je bureaustoel, zo werkt dat in Tadjikistan niet altijd. De weg over de Noordelijke route blijkt niet meer gerepareerd te worden na landverschuivingen en dat betekent dat je rivieren moet doorkruisen om aan de overkant te komen. Twee weken geleden heeft het nogal heftig geregend en dan is het echt vragen om problemen. Wij zijn wel avontuurlijk ingesteld maar het moet ook weer niet te gek worden. De Zuidelijke route werd door iedereen geadviseerd. In het begin was het landschap erg saai. Maar we werden helemaal blij toen we langs het Nurek reservoir reden, een stuwmeer met een wand van 300 meter. Na het stadje Kulob, moest de Delica er flink aan trekken, de weg ging geleidelijk omhoog tot een bergpas van maar 2100 meter. De motorolie bereikte een temperatuur van 110 graden. De teller begon lichtsignalen af te geven en een ander waarschuwingsknopje begon te branden Dus tijd voor een pauze voor ons en het karretje. Gelukkig had de auto daarna geen kuren meer want de weg ging naar beneden. Het grootste gedeelte van de bestrating was goed geasfalteerd maar we hebben toch zeker zo'n 60 kilometer over een dirt road gereden, een grindweg  met diepe gaten en soms gebrokkeld asfalt. Er zit dan niets anders op dan meeveren en lijdzaam afwachten totdat de weg weer beter wordt. Het is gek maar in dit deel van de wereld draait alles om de staat van het wegdek. Dit bepaalt hoe lang je onderweg bent en hoe moe je gaat worden. Het vergt veel van de concentratie om steeds om de potholes  heen te rijden wat niet altijd lukt. Het landschap werd steeds ruiger. De kleuren in de rotsen waren prachtig. We reden door een kloof waardoor de wilde rivier de Pansj stroomde. Dit is de natuurlijke grens met Afghanistan. Het voelde aan alsof we heel ver van Nederland verwijderd waren. Aan de Afghaanse zijde zagen we dat de mensen nog in huisjes van leem woonden, de weg is niet meer dan een zandpad. De mensen zijn arm. Het bizarre is dat je naar hun kunt zwaaien maar wij zullen ze nooit kunnen spreken.

Deze nacht sliepen we in Darvos hostel, vlak voor Kalaikumb. Hier hadden we een bijzondere ontmoeting met Eric uit Frankrijk. Hij is eind januari vanuit zijn geboorteland met een fiets van 60 kilo vertrokken. Hij heeft kanker en volgens de medici nog maar een half jaar te leven. Na zijn behandelingen had hij weinig energie maar wilde toch voor zichzelf bewijzen dat ondanks zijn ziekte, hij nog best sterk is en nog zoveel mogelijk uit het leven kan halen. Daarmee wil hij een voorbeeld zijn voor anderen. In september moet hij weer terug zijn in Frankrijk voor een controle. Dappere man en respect voor zijn visie. Alleen reizen en fietsen in Tadjikistan, is heftig.  

Tadjikistan schijnt het eldorado te zijn voor fietsers en dan vooral West Europeanen. Waarschijnlijk zullen veel fietsfanaten het niet met ons eens zijn maar wij vinden het heel gevaarlijk. Fietspaden zijn er niet en al het verkeer moet over de drukke doorgaande wegen. Tadjieken rijden veel roekelozer dan in Kirgizië en Oezbekistan. In de vele smalle donkere tunnels is amper plek om elkaar te passeren dus ook om fietsers te ontwijken. De wegen in het Pamirgebergte zijn niet al te best en auto's veroorzaken enorme stofwolken die je als fietser continue moet inademen. Vergeet niet de honden die de fietsers in de benen bijten. Eric heeft 2 stokken hangen aan zijn fiets om zichzelf te verdedigen. De afdalingen zijn soms stijl en je zult maar een uitglijder maken met je fiets. Noem ons dan maar minder sportief maar wij genieten enorm van het rijden in de Delica en bewonderen van achter het glas de prachtige natuur. Bas is een rustige chauffeur die de auto goed onder controle heeft. 

17 Juni. Nadat we contactgegevens hadden uitgewisseld met Eric en hartelijk afscheid hadden genomen, dachten we er gelukkig  nog net op tijd aan om de tank vol te gooien met diesel. Dat kan alleen maar in de iets grotere plaatsen. Onderweg zijn er wel "tankstations" maar dat zijn hutjes met een soort toonbankje ervoor waarop plastic flessen/jerrycans staan met brandstof. De diesel is hier vaak gemengd met kerosine. Niet helemaal betrouwbaar en van slechte kwaliteit. 

175 Kilometer moesten we vandaag rijden naar de plaats Rushon, waar we de volgende overnachting hadden gepland. Volgens de boeken zouden we daar 3 tot 5 uur over moeten doen. Toen die boeken werden geschreven, was de weg zeker in betere staat! Vrijwel gelijk na Kalaikumb was het wegdek al zeer belabberd. We reden de hele dag over de Pamir Highway M41 langs de woest en snelstromende rivier de Panj. Militairen patrouilleerden in groepjes van 4 personen langs de kant van de weg met geweren op de rug. Tijdens onze lunchpauze langs de rivier, werden wij gesommeerd  door deze vriendelijke mannen om zo snel mogelijk weer verder te reizen. Stilstaan is blijkbaar niet toegestaan omdat Afghanistan aan de overzijde ligt. De route voerde door kleine dorpjes waar mensen een soort van boerderijtje hebben met kleine akkertjes. Koeien lopen los over de weg en op het eind van de middag krijgt het dier een touw om zijn nek en wordt door de eigenaar naar de stal geleid. Meestal is er een bergstroompje bij waar vrouwen de was in doen en uit een waterbron drinkwater kan worden gehaald. Jong en oud zwaaiden na ons onder luid geroep van "hello". Maar ook de tegenliggers, vaak toeristen met chauffeur die de route in tegengestelde richting reden, groeten elkaar. Blijkbaar geeft het rijden op de Pamir Hwy een soort verbondenheid. Onderweg zagen we vandaag wel oude autowrakken, alles is er uit gehaald en alleen het karkas ligt er nog. Ook weer kwamen we langs een checkpoint. Het begint al te wennen, paspoort, permit en autopapieren moeten worden overhandigd. Natuurlijk was alles in orde en we kregen nog een lekkere meloenschijf mee ook. Wij blijven ons verwonderen! Deze dag was tot nu toe een hoogtepunt van deze reis. Zie foto's en kijk vooral naar de filmpjes. Deze geven meer een beeld van de ongenaaktbare spectaculaire  natuur waar wij doorheen mochten rijden. Dit is de reden waarom wij naar Tadjikistan zijn gegaan. Helemaal gaar van 175 kilometer shaken over een zeer slecht onderhouden weg (wij zijn ondertussen al heel wat gewend), vonden we bij binnenkomst in Rushon het Mubarak guesthouse. Zeker geen verkeerd adres voor één nachtje op bedden met keiharde matrassen

Foto’s

5 Reacties

  1. Marian Keijsers:
    18 juni 2019
    Waauw wat een mooie foto's. Heb natuurlijk ook het laatste filmpje bekeken ..... jullie liever dan ik.... Alle respect voor Bas!!!!
  2. Heidi:
    19 juni 2019
    Wat (be)schrijf je toch geweldig goed en leuk, Margit!! Ik had het filmpje niet nodig om het beeld voor me te zien! Leuk, prachtig, je neemt ons echt mee naar dat land!
  3. Mona:
    19 juni 2019
    Wat een mooie foto's en video weer...
    Maar wat een slechte wegen. Eng hoor...
  4. Ben:
    21 juni 2019
    De noordelijke route is niet eens nodig, jullie komen overal spannende plekken tegen
  5. Jos:
    24 juni 2019
    De foto's zijn prachtig. Dat hobbelen over slechte (Griekse) wegen herken ik, gelukkig nooit 175 km. Een mooi reisverslag!