Zondag 15 augustus 2021 Barskoon valley

15 augustus 2021 - Barskoon, Kirgizië

Het weer werkt mee. De onweersbuien zijn voorbij, de regen is gestopt en hier en daar zijn er weer stukjes blauwe lucht te zien. Dat is fijn want vandaag trekken we de Barskoon valley in waarbij we de Suyek bergpas van 4028 meter passeren. Het eindpunt is Kara-say. Hier hebben we een permit van de regering voor nodig omdat we in het grensgebied met China komen.

Het wegdek is zeer goed begaanbaar omdat deze route naar Komtor gaat. Daar in de bergen op 4000 meter hoogte, staat de grootste nog in gebruik zijnde goudmijn van Centraal Azië. Via een slingerweg naar boven, komen we in een toendra landschap met veel bergmeertjes tussen het groen. In de verte zien we de besneeuwde toppen die een natuurlijke grens met China vormen. We rijden niet rechtstreeks naar de eindbestemming maar maken een ommetje van 30 kilometer door een adembenemend landschap. We rijden over een weg die niet veel wordt gebruikt, langs de voet van de gletsjers van het Akshyrak gebergte. We voelen ons weer als Remy, alleen op de wereld. Er stromen veel gletsjerriviertjes door deze vallei. Regelmatig doorwaden we deze.

Of deze schoonheid nog niet genoeg is, proberen we om bij gletsjer nummer 354 te komen. Deze weg wordt een uitdaging maar met het boek van Oun Travel moet dit toch wel lukken? Het pad wordt steeds slechter. Hoever kunnen we nog rijden? We zijn op de hoogte van de voet van de gletsjer gekomen maar het pad gaat nog verder omhoog totdat de stenen op de weg wel erg groot worden om er nog met een auto langs te rijden. Bas probeert nog een enorm grote afgebroken graspol te verwijderen van het wegdek maar dat is onbegonnen werk. Hier eindigt het gletsjer avontuur. We draaien om en gaan terug naar de grote weg om verder te rijden naar de grenspost. Het is al tegen het eind van de middag en eigenlijk te laat om terug te rijden naar het Issyk-Kul meer. We besluiten om te overnachten in de auto waarin Igor een bed in heeft gemaakt.

We parkeren de auto in het korte stevige gras met uitzicht op de besneeuwde bergtoppen rondom. De wind heeft hier vrij spel en het is nogal koud maar het zonnetje schijnt nog. Snel verwarmen we instant noodles en snijden een paar tomaatjes en komkommer in schijven. Boven het kokende water van de eitjes, verwarmen we onze handen. De zon neemt al in kracht af. Het bed maken we vast in orde want als het donker is, zien we niets meer. We nemen plaats op de voorstoelen. Met een fles wodka in de hand en brandende waxine lichtjes op het dashbord tegen de kou. Genietend van de ondergaande zon in dit desolate landschap op een hoogte van 3340 meter, beseffen we dat dit wel een heel uniek moment is.

Foto’s